Maandelijks archief: februari 2015

Deense les

Twee weken geleden begon de Deens les. Vier ochtenden in de week van negen tot een. De docent, Einar Helleland, is tevens mede-auteur van het vorig jaar verschenen lesboek Sådan. Hij is Noor van geboorte, groeide op in Jutland in Denemarken, studeerde taalwetenschap in Kopenhagen en promoveerde op tweede taalverwerving voor volwassenen. Hij geeft ons les op Studieskolen, een groot taleninstituut middenin Kopenhagen. Het klasje bestaat uit achttien cursisten waarvan de meesten naar Denemarken gekomen zijn met vriend/vriendin/vrouw/man. Enkelen hebben een baan, vaak in de horeca, anderen zijn op zoek. Het klasje is gemotiveerd en het lijkt erop dat iedereen het vol wil houden. Afwezigheid wordt bij grote uitzondering getolereerd en negen uur is negen uur, dan begint de les.

Het schutterige van het begin is er af. We doen de spreekoefeningen met elkaar al met meer flair en in de twee pauzes duikt niet iedereen gelijk in z’n telefoon, maar wordt er -vooral in het Engels- gepraat (over sportscholen, leuke (boek-) winkels, eettenten etc).

Deens is een taal met drie gezichten. Lezen lijkt nog het makkelijkst, maar spreken en schrijven lijken weinig op elkaar. De Denen slikkende helft of meer van een woord in. D-s, g-s en r-en worden in de regel niet uitgesproken en het aantal klinkers is verbazingwekkend groot. Voor het gemak heeft Einar het aantal klinkers in dit nieuwe lesboek beperkt tot 15. Een schema achterin het boek geeft instructie over de juiste positie van de tong en de stand van de lippen, met een glimlach of rond getuit. En dan nog met lange of korte klanken, op de juiste toonhoogte en de goede klemtoon. Zinnen wordenIMG_2600 kopie_new heel anders uit gesproken dan je op het eerste gezicht zou denken.  “Hvad med dig?” <Hoe is ’t met je> wordt: “Wèmmèdei?”. “I lige måde!” <van ’t zelfde!> wordt “ieliejemool!”. Maar het is verfrissend en leuk om een nieuwe taal te leren, de grammatica, ook die van het Nederlands, komt weer naar boven. Einar steekt ons regelmatig een hart onder de riem en zegt dat we het binnen tien jaar wel helemaal onder de knie kunnen krijgen. Vi skal se! [wie skè sie].

 

Vem kan segla

Met een pittige noordooster in de nek stonden we gisteravond tussen 30.000 mensen bij de herdenkingsbijeenkomst op het plein bij de Krudttønden.

IMG_2515 kopie_newIMG_2523 kopie_new

De meegebrachte vlaggen wapperden fier in de wind en het vuur van de fakkels wakkerde zo snel aan dat de meeste dragers ze toch maar weer uittrapten, om schroei- en brandplekken in de jassen te voorkomen. Er kwamen mensen -groot en klein- van alle kanten, schoven keurig aan en toen om acht uur de ceremonie begon, verstomde het geroezemoes. We hoorden de Deense statsminister, de ambassadeur van Frankrijk die zaterdag bij de bijeenkomst was, een meneer van de politie en er werd (mee-)gezongen. Iets Deens, maar ook Imagine van John Lennon en het Zweedse liedje Vem kan segla -waarvan ik de opname helaas niet in de blog krijg-. Tussendoor veel dof applaus met handschoenen. Om kwart over negen vertrok iedereen weer in alle richtingen.

IMG_2540 kopie_newIMG_2541 kopie_new

En bij daglicht ligt de plaats-delict er zo bij.

IMG_2543 kopie_newIMG_2549 kopie_newIMG_2553 kopie_newIMG_2552 kopie_new

Het Kopenhaagse leven gaat door.

Krudttønden

Gistermiddag gemerkt dat we in een kruitvat wonen. Onze straat is afgezet; politieauto, agenten en een lint. Ach, dat zagen we al meer. Een paar weken geleden was dat ook het geval met een huiszoeking verderop. Alleen als we zeggen waarom we de straat in willen en aanwijzen waar we wonen, mogen we dicht langs de huizen lopend -snel onze fietsen tegen de muur- naar binnen. Boven zijn we het eigenlijk al weer vergeten, maar af en toe werp ik toch een blik door die handige erker naar buiten. Tegen half zes zwaait aan een kant van de Gade de politieauto af, de andere kant blijft dicht. Om zes over zes een WhatsAppje van Floor: Mam, er is geschoten in Kopenhagen?? We duiken onmiddellijk de digitale wereld in en ontdekken dat het om de hoek (eigenlijk drie hoeken) gebeurd is. De Krudttønden is een bekend jazzcafé waar die middag een debat over vrije meningsuiting plaatsvond. De tragische afloop is jullie bekend.

Om kwart over zeven sluipen we de straat uit en slippen onder het lint door. De Østerbrogade staat vol met regieauto’s van diverse televisiestations, het 300 meter gebied rond de Krudttønden is afgezet, volop politie op de been. Maar het leven gaat door en wij gaan naar Jazzhus Montmartre waar Carsten Dahl, een Deense pianist speelt met twee Amerikanen; Reuben Rogers (bas) en Gregory Hutchinson (drums). Het Jazzhus houdt het midden tussen een (eet)café en een theater. Het met rode velours gordijnen omhangen podium is niet echt groot, maar net ruim genoeg. kul_CarstenDahl_888224a-1De meeste bezoekers hebben hier aan lange tafels gegeten en tafelen na tijdens het concert. Het is de sfeer die we herkennen van de kraakheldere live opnames van Shelly Manne & his men at the Black Hawk. Wij nemen bescheiden achterin plaats. Het trio is al negen dagen met elkaar op pad, ze zijn mooi op elkaar ingespeeld, geven elkaar ruimte en hebben plezier. Een fijne avond jazz, gekregen van Leyden Academy!

Onderweg naar huis dringt de werkelijkheid weer door. Politieauto’s schieten ons voorbij. Het is nog niet rustig in de stad.

Vanochtend wakker geworden van de helicopters, het zijn er wel veel deze keer en zo te horen landen ze niet op het dak van het naburige Rigshospitalet. Op de iPad zien we hoe gewelddadig de avond en de nacht waren. Om tien uur lopen we een inspectierondje en gaan dan snel naar huis om op te schrijven dat er van alles om ons heen is gebeurd.

IMG_2496_newIMG_2498 kopie_new

IMG_2500 kopie

Det kongelige bibliothek

winterakonieten

De dagen worden langer. Het is ‘s morgens zelfs al eerder licht dan in Nederland. Dat komt natuurlijk omdat wij 600 km naar het oosten opgeschoven zijn, maar het voelt wel fijn. ’s Avonds lopen we nog steeds voor, het is hier dan eerder donker, maar langzaamaan kruipen we naar de Nederlandse norm. De zon is terug, je ruikt de aarde en in de parken en plantsoenen schieten de sneeuwklokjes en de winterakonieten uit de grond. – Ik signaleerde ook al de eerste jongens in korte broek en op sandalen – Tussen de middag eten de mensen buiten in de zon hun boterhammetjes op.

KB noord

Ik was naar de Koninklijke Bibliotheek. Ze bestaat uit twee gebouwen, een bakstenen gebouw uit 1906 en een annex van zwart marmer en glas, wat haar de bijnaam ‘de zwarte diamant’ heeft opgeleverd. De gebouwen zitten echt aan elkaar, het oude staat in de tuin van het Christiansborg slot (Borgen) met de rug naar de haven. Het nieuwe is aan de rug vastgeplakt, gaat over de weg heen en staat met de lees-, theater- en expostitiezalen aan het water. Binnen is een groot atrium. Het voelt als of je in/op een enorm schip staat, je kijkt acht verdiepingen omhoog en ziet de golvende balkonnen van de studiezalen. Dwars door de ruimte twee lange rolbanen (‘mind your step’) die je naar boven of beneden brengen. Als je je via de rechterbaan hebt laten verheffen, kijk je nog voor je van deze bewegende loopplank afstapt, zo de oude leeszaal in. Het hart maakt een huppeltje van deze verrassende architectuur. Het plafond van de brug – want je staat nu op een van de drie luchtbruggen boven de weg – is een enorm schilderij van Per Kirkeby en als je je omdraait naar het water heb je een fantastisch uitzicht op Christianshavn.

leeszaal westatrium vanaf luchtbrug

Langzaam laat ik me weer naar beneden transporteren. Een volgende keuze dient zich op; ga ik het ‘afvoerputje’ naar de fototentoonstelling in of beklim ik eerst een traditionele trap om de schatten van deze KB te bekijken. Ik kies voor het laatste en kom in een kleine gedimde ruimte die is ingericht door de Andrey Bartenev. In een Russische avant garde setting liggen een Gutenbergbijbel, de sprookjes van Andersen, vele handschriften, dagboeken van Kierkegard, getekende strips, flora’s, vogelboeken, muzieknotaties van Bach, incunabelen etc gebroederlijk naast elkaar. Een bescheiden zoeklichtje loopt langzaam met je mee en leidt je oog langs de schatten. Er zijn schermpjes met extra informatie en aanvullende videofragmenten. Ik blijf hangen bij Karen Blixen en denk aan die melancholieke maar o zo prachtige beginzin van Out of Africa: I had a farm in Africa, at the foot of Ngong Hills… en zie het begin van de film (Karen Blixen – Meryl Streep – schrijvend aan een bureau, buiten loopt de regen troosteloos langs de Deense ramen, maar binnen is het gelukkig warm). In de opstelling ligt het typoscript van Out of Africa, in het Engels getikt en met potlood de Deense vertaling Den Afrikanske farm onder de regels. De conservator vertelt op de video dat Blixen Tania heette en wijst op een bewaard afscheidsbriefje van haar vriend en geliefde Denys Finch Hatton: ‘Goodbye and thank you for so many pleasant days, when I was so bad.’

typoscript Out of AfricaIMG_2400 kopie_newbriefje Denys Finch Haton, tekening van Karen Blixen

Dan keer ik weer terug naar de zon en zie op een van de ‘aanmeerogen’ langs de kade dat het tien over twaalf is.den sorte diamantaan-meer-oog

Grasmaaier

IMG_2227 kopie_newIMG_2217 kopie_new

Buiten ligt er een laagje sneeuw. De bomen op de binnenplaats zien er uit zoals ik die leerde zien en tekenen van Jack Schroevers, de meester van de vijfde en zesde klas. Met Oost-Indische inkt op grijs papier en dan met een priegelpenseeltje een dun streepje sneeuw op de takken. Er moet nog een foto zijn waarop die bomen als achtergrond van de klasse-foto te zien zijn.

Ik mijmer weg, de zon schijnt naar binnen! Dan hoor ik de grasmaaier …..

Het is Fritz, de huismeester, die met een gemotoriseerde borstel de paden van de binnentuin sneeuwvrij maakt…..wat kun je toch verlangen naar de geur van pasgemaaid gras.

IMG_2243 kopie_newIMG_2221 kopie_new

De werkelijkheid is echt anders, de sneeuw op straat wordt prut en blijft alleen liggen in het Faelledpark, waar kinderen en actieve ouderen spelen. Na afloop worden de skistokken tegen de muur van het schuilhuisje gezet en gaan de doppen van de thermoskannen. Buiten -groot en klein- we leven buiten in Scandinavië.

Groeten uit Denemarken

Door Rudi Westendorp op 30 januari 2015 gepubliceerd op grijswaard.nl

In mijn jeugd stuurden wij briefkaarten vanuit de plaats waar wij vakantie vierden. Een goed ‘ansicht’ was een foto die de anderen hebberig zou moeten maken. ‘Kijk eens hoe fantastisch het hier is, komen jullie volgend jaar ook?’ Welke snapshot zou ik van Kopenhagen moeten versturen, de stad waar ik sinds het begin van dit jaar mijn domicilie heb?

Attachment-1Laat ik eerst een disclaimer opstellen waarin de zaken staan opgesomd op basis waarvan de lezer al mijn observaties direct naar de trash-button kan verslepen. Het zijn tenslotte mijn wittebroodsweken, nog verblind omdat de collega’s mij met enthousiasme hebben ontvangen. Daarnaast ben ik verdoofd omdat het verplaatsen van werk, woonplaats, echtgenote en huisraad een inspannende psycho-socio-technische operatie is.

Ten slotte ben ik onnozel omdat ik nog maar zo weinig heb kunnen zien. ‘Maar kan je toch wel een voorstelling geven hoe de Deen zich in de openbare ruimte gedraagt?’ Ik zou dan zeggen, een beetje stilletjes. Een rustig straatbeeld, ook in het hartje van Kopenhagen. Er zijn gewoonweg veel minder auto’s in de stad. Zo’n bolide is duur, heel duur in dit rijke land. Ze jagen je de auto uit, de fiets op.  Heel veel fietsen, nog meer dan in Amsterdam of Leiden.

En ook lopers in alle soorten en maten. Veel kinderen, groepjes jonge vaders met kinderwagens, slanke joggers en deftige dames met bontjassen. Maar ook rokende, drinkende, smoezelige mannen. Vrouwen van middelbare leeftijd die met een aansteker in de hand ongegeneerd de een na de ander sigaret opsteken.

Wanneer ik naar huis ga, de fiets opstap en onder de poort door rijd, dan stoppen de mensen op straat. Ze maken ruimte en nodigen mij non-verbaal uit om in de file te ritsen. Hoe anders dan dat ik mijn dochters had geleerd: ‘Wanneer je eenmaal hebt besloten om over te steken, dan kijk je iedereen in de ogen aan met een nu-ben-ik-de-baas-blik.’

Fietsers in Denemarken steken hun rechterhand omhoog wanneer zij vaart gaan minderen om aan de rechter zijkant van de weg stil te staan. Het is de voorbereidende manoeuvre om linksaf te slaan. Je stopt voor een rood  en een oranje stoplicht. Er wordt gezegd dat dronken mannen ‘s nachts om drie uur voor de zebra wachten op het groen. Alles in rust en zonder stemverheffing.

Ook de arbo-functionaris benadrukte dat ik niet te lang moest werken en stress moest vermijden. Ik moest mij conformeren aan het ritme van 8 tot 4, tenslotte wordt het dan ook donker. Hoe zich dit alles vertaald in leven? Denen zijn, net als de Nederlanders middenmoters in het veld van de levensverwachting. In de parade van de kwaliteit van leven staan zij met een 8,5 aan top. Met de allerhartelijkste groeten!

http://www.grijswaard.nl/tag/overzicht-van-alle-columns/