Tentoonstellingen

IMG_0122 2


Het Leids Wevershuis is een klein museum op de Middelste Gracht 143 in Leiden. Het is een geconsolideerde weverswoning. In de voorkamer, bij het licht staat een weefgetouw, waar de Leidse weefkring unieke theedoeken op weeft. Het museum wordt gerund door vrijwilligers, die graag tekst en uitleg geven over hoe er vroeger gewoond en gewerkt werd. Alle dagen, behalve maandag te bezoeken, van een tot vier. Toegang gratis. Er zijn in de zomermaanden exposities, kijk daarvoor op www.wevershuis.nl


Het persbericht van de expositie Nedertwiet en Bovenlicht, september/oktober 2016

Werk van Hugo Lugthart (ambachtelijk wever) en Silvia Zwaaneveldt (ambachtelijk drukker).

poster-nedertwiet-bovenlicht

Silvia Zwaaneveldt en Hugo Lugthart zijn beiden gefascineerd door Schotland. Hun bewondering voor ruige landschappen, de wolkenluchten, de bewoners, de schapen en bovenal de tweed proberen zij in hun werk te vatten. Het palet van warme kleuren die daar te vinden is, zie je weerspiegeld in de ambachtelijke tweedstof en het dito drukwerk.

Hugo weeft vrijwel uitsluitend met wol, soms weerbarstig in het verwerken. Het spelen met kleuren is voor hem telkens verrassend, evenals het resultaat. Dat geldt ook voor het toepassen van andere patronen, zoals de gebroken keper en schijnpatronen.

De geweven ‘nedertwiet’ van Hugo is verwerkt in wandkleden, kussens en stalenboeken.

Daarnaast zijn er sjaals en onverwerkte geweven stof te zien.

IMG_7843 kopie_new

Silvia maakte met drukinkt en inktrollers eenmalige ‘druksels’, gerolde schetsen van het fascinerende landschap van de archipel voor de westkust van Schotland.

‘Bovenlicht’ is de titel van deze serie over het spel van natuurlijk licht, de kleurrijke natuur en de geschiedenis van de tweed -van schaap tot draad tot geweven stof.  Hiermee toont zij dat ambachtelijk drukken meer kan zijn dan het maken van boekjes.

schapen


Mijn eigen verhaal: Hoe deze expositie ontstond.

Vijf jaar geleden ontmoette ik Hugo Lugthart in het Leidse Wevershuis. Hij was en is daar nog steeds vrijwilliger en vaak op zondag aanwezig om gasten rond te leiden. Ik had een expositie in het wevershuis en demonstreerde daar, ruim een maand lang elke dag, hoe er op ambachtelijke wijze nog steeds gedrukt werd en wordt. We raakten aan de praat en al snel ging het over ruige landschappen, schapenwol en TWEED. Hugo is namelijk een van de weinige wevers die zich beperkt tot het weven van stof met het robuuste wollen garen. Ik was net daarvoor twee weken lang op de Outer Hebrides geweest, een eilandenreeks voor de westkust van Schotland. Was overdonderd door het ruige, oorspronkelijke landschap, de wolkenluchten, de heidevelden, de machairs met duizenden bloeiende bloemen, de strandstranden ( zandstrand – kiezelstrand – keienstrand – schelpenstrand), het azuurblauwe water, het wisselende licht op een baai, etc. Maar bovenal was deze reis ingegeven door een van mijn jasjes waarin een embleem stond: Made of Harris Tweed.

Op een van die eilanden zou ik Harris Tweed moeten kunnen vinden. Onze reis ging van zuid naar noord en naar mate de reis vorderde, kwamen we steeds vaker in contact met tweed. Een winkeltje, een museum met een weefgetouw, een man onderweg met een praatje over zijn buurman die tweed weefde voor Nike, de buurman zelf aan het werk op zijn trapweefgetouw. Tweed is een thuiswerkprodukt op de Hebriden. Het zijn vaak mannen die naast hun werk, vaak buiten boeren, ‘s avonds een paar uur achter het getouw kruipen. De ‘ buurman’ had een gemiddelde productie van 100 meter per week. Schering en inslag werd aangeleverd door de officiële spinnerij van Harris Tweed. We mochten binnen komen kijken. Daar werd plotseling duidelijk dat het maken van de tweeddraad toch net iets anders in elkaar stak dan we dachten. Tweed is een samengesteld garen; het wordt van eerste klas schapenwol gemaakt. De wol wordt gewassen en vervolgens geverfd in standaardkleuren. Als de spinnerij opdracht krijgt voor een specifieke gekleurde draad, wordt er volgens recept zoveel procent blauwe wol, gemengd met x% paars, x%groen, x% geel.

De wol gaat in de versnipperaar en wordt zorgvuldig door elkaar gemengd en geblazen. Na dat proces wordt er een draad van gesponnen, die eigenlijk niet zo sterk is, want de lange wolvezels zijn in de versnipperaar stukgesneden. Sterkte krijgt de draad doordat hij getwist en getwijnd wordt met meerdere dunne draden en daarna op klossen wordt gewonden.

De klossen gaan naar een plek waar ze afgewikkeld worden, om vervolgens in vastgestelde combinaties weer opnieuw opgerold te worden tot een pakket wat de tweedthuiswever krijgt en waarmee hij/zij zijn weefgetouw van de kettingdraden, de schering kan voorzien. De draden zijn ongeveer 220 meter lang, goed voor een lap stof van 200 meter. Dan gaat de wever aan het werk, op een mechanisch, maar met de voet aangedreven weefgetouw. Als de schering op het getouw staat, kan het echte weven beginnen. De bundel geweven tweed gaat weer terug naar de spinnerij, die de kwaliteitscontrole uitvoert. Kleine foutjes worden hersteld (de wever levert loon in voor elke fout) en daarna gaat de lap in een grote houten wasmachine, de wollen tweed wordt gevold, een licht verviltingsproces, gedroogd en gestreken en als laatste voorzien van het keurmerk ‘Harris Tweed’.

Terug naar Leiden 2011, een volgende zondagmiddag in het Wevershuis met een kopje thee. Hugo heeft behalve koekjes nu ook weefwerk meegenomen en er ontstaat een vaag plan. Het zou zo leuk zijn om samen iets te doen. Nu zijn we vijf jaar verder. Inmiddels ben ik ook nog vanuit Leiden naar Kopenhagen verhuisd, maar het plan is bijna aan z’n uitvoering toe. We maken samen een tentoonstelling, omdat het leuk is en omdat we elkaar inspireren. Hugo maakt nedertwiets in de vorm van wandkleden, sjaals, lappen en stalenboeken om te laten zien wat er allemaal kan met de ruige Schotse wol. Ik duikel m’n schetsen op van de vakantie. Ik besluit drukwerk deze keer op te vatten als werken met inktroller en drukinkt en werk m’n schetsen uit tot ‘inktprints’, met de inktroller geproduceerde eenmalige druksels van het landschap op de Outer Hebrides en van mogelijke patronen, die ontstaan uit de kleuren die terug te vinden zijn in de natuur van die prachtige eilanden.


Mijn eerste expositie in het Leids Wevershuis

In 2011 werd ik uitgenodigd een expositie te houden in het Leids Wevershuis. Een klein Leids museum in een wevershuis waarvan de bewoonde geschiedenis terug gaat tot 1561. Het huisje verkeert in geconsolideerde staat, het is oud en heeft geen moderne aanpassingen. In de voorkamer staat een weefgetouw waar op de gastvrouwen en -heer theedoeken weven. Ik paste van 15 september 2012 tot 21 oktober 2012 in de planning. Het is grappig om ruim een jaar met een expositie op komst rond te lopen, het zet je aan het denken, ik liep geregeld het wevershuisje (Middelste Gracht 143, Leiden) binnen op zoek naar inspiratie en testend of de plannen die ik had ook bij het huis pasten.

Ik heb er voor gekozen de verschillende ruimten elk op een eigen manier in te richten. De achterkamer/ het achterhuisje is de Bonnettenkamer geworden waar ik de prenten heb neer gehangen die ik maakte bij de haiku’s van mijn buurman David Bonnet (*1923).

Het einde van de gang is een Miles Davis hoekje geworden om met de muziek van Miles de column BLUE van Kader Abdolah te lezen. De huiskamer, nu drukkerij hangt vol met werk van collega margedrukker Doortje de Vries van de Eikeldoorpers (www.doortjedevries.nl) uit Apeldoorn. Het is inspirerend te werken tussen haar gedrukte weefsels en werk vol met ritmes en herhalingen.

In de lange gang hebben Doortje en ik samen gewerkt. We hebben in het voorjaar stramienen gedrukt die wonderlijk goed passen bij de theedoeken van het uiterst primitieve keukentje van het wevershuis. Deze stramienen hebben we vervolgens elk op eigen wijze af gemaakt.

Op de zolder, die via een steile trap te bereiken is (achterwaarts de trap weer af!) hangen twee Leidse singelgedichten van Christiaan van Tol (www.christiaanvantol.nl). Ze bewegen door de wind die door de dakpannen speelt en als de zon ook nog tussen de kieren piept, geeft dit een extraatje aan de tekst.

Aan de andere kant hangt een mobile van kinderhemdjes, de namen die ik daarop gedrukt heb verwijzen naar paren, trio’s, viertallen die mij bijgebleven zijn.

In de huiskamer annex drukkerij druk ik met de Adana van Kees Baart ansichtkaarten. Het zetsel maak ik met materiaal uit de zetbok van Kees die ik voor deze gelegenheid in Hoofddorp heb opgehaald. De bok die samengesteld is door Koos Schuurman van Drukkerij Maasstad uit Rotterdam biedt van alles wat; randjes, ornamenten, grote letters, houten letters, clichés. Dagelijks bedruk ik met een ’vers’ zetsel 30 blanco kaarten, en de kaarten die twee dagen daarop gaan de kaarten mee in de volgende drukgangen. Zo komen er inmiddels elke dag 30 kaarten van de pers die AF verklaard worden. Ik hoop aan het eind van de expositie 30 mapjes met 30 verschillende kaarten te hebben, die ik weer aan kan bieden op de Boekkunstbeurs in de Pieterskerk op 3 en 4 november a.s..


Het persbericht van de tentoonstelling in 2012

Expositie van Silvia Zwaaneveldt

Een paar weken draait alles binnen Museum Het Leids Wevershuis om drukwerk. Kunstenaar-margedrukker Silvia Zwaaneveldt heeft een passie voor ambachtelijk drukken en exposeert een gedeelte van haar gevarieerde werk. Prenten, tekeningen vol ritmes en herhalingen, boekjes, maar ook teksten gedrukt op papier en textiel tonen haar veelzijdigheid en vakmanschap.

De intimiteit van haar werk komt tot zijn recht in het Miles Davis-hoekje, waar in een gemakkelijke stoel gelezen kan worden over en geluisterd naar de muziek van deze componist. Tijdens deze tentoonstelling werkt en demonstreert Silvia in het Wevershuis op een boekdrukpers. Ze maakt iedere dag een nieuw ontwerp, waarbij zij gebruik maakt van oorspronkelijke loden letters en tekens.

Silvia Zwaaneveldt werd tijdens haar studie Nederlands gegrepen door de boekdrukkunst. Het magische gegeven van vermenigvuldiging en reproductie biedt eindeloze mogelijkheden haar ideeën te verwerkelijken. Soms gebruikt ze bestaande teksten, zoals de haiku’s van David Bonnet, waar zij landschappen en vergezichten bij maakt. Of de gedichten van Christiaan van Tol die zij op grote zijden doeken drukt om bij de toeschouwer extra aandacht af te dwingen.

De met namen bedrukte kinderhemdjes roepen dan weer nostalgische herinneringen op aan de eigen kindertijd en verwijzen naar de kleintjes die op de zolder van het Wevershuis sliepen. Haar voorkeur voor ordeningen, ritmes en herhalingen komt tot uiting in een aantal druksels, die zij samen met Doortje de Vries maakte.

In de huiskamer hangen gedrukte weefsels van collega kunstenaar-margedrukker Doortje de Vries. Hun beider voorkeur voor ordeningen, ritmes en herhalingen komt tot uiting in een aantal druksels, die Silvia samen met Doortje de Vries maakte.


 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s